Het vuur is nog lang niet gedoofd, de goesting ook niet. Maar soms is het ook goed om een stap achteruit te zetten. "En eigenlijk heb ik nooit een echte tegenkandidaat gehad", lacht Paul Soenen breed. "Maar na 17 jaar en twee grote transformaties is het genoeg geweest." Annick De Keyzer kent het huis en is al even gedreven als Paul Soenen. De opvolging is dus verzekerd.

Paul Soenen is nooit de man geweest die in de schijnwerpers wilde staan. "Ik was voorzitter en Richard trad naar buiten", verduidelijkt hij. "Zo was het goed. Ik heb alle veranderingen vooral intern geleid. De Raad van Bestuur (nvdr die dat mandaat onbezoldigd uitvoert) is door de tijd wel veranderd. We hebben profielen aangetrokken die zich werkelijk wilden inzetten voor de vereniging en die onze strategie deelden. Het is niet evident om een rode draad te vinden die de 218 leden verbindt. Want medische hulpmiddelen overspannen een heel breed spectrum."

De vraag of het dan wel nuttig en werkbaar is om de belangen van alle mogelijke medische hulpmiddelen te willen verdedigen, stelt zich volgens Soenen niet. "Het is altijd zo geweest en het is ook goed. Het gaat om producten die zo oud zijn als de straat en gloednieuwe technologieën."

Ons sterk punt is net dat wij alle mogelijke medical devices verdedigen, alles wat een patiënt nodig heeft bij zijn behandeling: van pleister tot MRI.

"In het strategisch plan hebben we wel inzicht gekregen over wat onze leden van ons verwachten", vult Paul Soenen aan. Opvallend trouwens is dat het maken van een strategisch plan eigenlijk vrij recent is. Het eerste strategische plan werd pas 10 jaar geleden gemaakt. "De vraag is vooral hoe je als organisatie aan die verwachtingen kunt voldoen."

Drie categorieën van verwachtingen

De verwachtingen van de leden kunnen in drie grote categorieën verdeeld worden: veranderen, verbeteren en 'op de hoogte blijven van'. "Elk groep bepaalt welke as voor hem het belangrijkste is", verduidelijkt Soenen. "Het kan zijn dat een groep enkel wil weten wat er wettelijk verandert. Maar het kan ook zijn dat een groep er vooral op gericht is om een fundamentele verandering in het huidige kader te bewerkstelligen, bij voorbeeld voor de thuishospitalisatie."

"Als je die verwachtingen kent, kun je prioriteiten gaan definiëren. Voorwaarde voor dit alles is dat de leden transparantie krijgen. De naamsverandering van Unamec naar beMedTech was het bijna logische gevolg van die operatie. "Niemand wist op de duur nog waar de naam Unamec vandaan kwam en voor wat het stond. Bovendien hebben we met beMedTech nu een zichtbare link met het Europese MedTech, wat ons sterker maakt."

Onlangs nog liet Medaxes weten dat het zich ook openstelt voor bedrijven die medical devices maken. Paul Soenen en Annick De Keyzer zien dat niet meteen als een bedreiging. "Je moet je energie steken in die zaken die jouw eigen verhaal zijn. Onze dynamiek is anders. En vanzelfsprekend stellen er zich problemen. Het budget voor de gezondheidszorg is nu eenmaal beperkt."

Probleem: de silo's

Meteen halen beiden hét grote probleem naar voor: de silo's. "Onze gezondheidszorg wordt gekenmerkt door silovorming. Elk van die silo's hebben hun eigen budgetten. Er is geen 'overloop' tussen die silo's. Maar de patiënt doorloopt al deze silo's van de gezondheidszorg en de medische hulpmiddelen hebben daarin een voortrekkersrol. In elke fase van het zorgproces van de patiënt zijn medische hulpmiddelen immers belangrijk. Het budget voor de gezondheidszorg zou in se voldoende zijn, maar omdat er geen communicatie, noch overloop tussen de silo's is, worden de beschikbare middelen niet optimaal aangewend."

De oplossing ligt volgens beide gesprekspartners voor de hand: er moet tussen de verschillende silo's gecommuniceerd worden en er moet een duidelijke analyse gemaakt worden hoe een kost in het ene budget méér dan gecompenseerd kan worden door een besparing in een ander budget. "Om dat te bereiken is het nodig dat er een debat wordt gevoerd over de waarde van de gezondheidszorg voor de patiënt."

"Dat is geen eenvoudige opdracht, we zijn ons daarvan bewust, maar het is niet omdat het niet eenvoudig is, dat we het niet moeten doen. De Belgische markt van de medische hulpmiddelen bedraagt op dit moment 3,5 miljard euro. De meeste van deze middelen zitten nu op een verschillende plaats in de financiering en een groot deel wordt niet direct door het RIZIV terugbetaald. Daarom moeten alle niveaus met elkaar gaan communiceren. Als iedereen - de federale overheid, de regionale overheid, de industrie, de zorgverstrekker en de patiënt - vlot met elkaar zou communiceren, dan eindigen we voor alle partijen met een win-win-situatie."

Dat de organisatie ernstig wordt genomen, wordt - zeker door het Pact Medische Hulpmiddelen met minister De Block - niet meer in twijfel getrokken. "Voor het eerst werden we rechtstreeks betrokken bij besluitvorming. Dat was zeer constructief. Maar we moeten er ook uit leren. Zo hebben we nu een echte communicatieverantwoordelijke die instaat voor meer en betere communicatie naar de buitenwereld toe. Het wordt tijd dat we beter duidelijk maken wat wij betekenen voor de gezondheidszorgsector en voor de patiënt. Dat wij een deel van de oplossing zijn, en niet van het probleem. Wij hebben bovendien de middelen om een goede en soms zelfs betere gezondheidszorg te bieden met minder gezondheidswerkers. De gezondheidswerkers krijgen bovendien meer tijd en ruimte om bezig te zijn met de taken waarvoor hun expertise onontbeerlijk is."

Duurzaamheid

Annick De Keyzer weet dus goed welke uitdagingen haar te wachten staan. "Ik ga het pad verderzetten, al weet ik nu ook al dat het ritme serieus omhoog zal gaan. Alles evolueert sneller, we zullen dus een tandje moeten bijsteken. De prioriteit voor mij is zeker en vast de duurzaamheid van ons gezondheidssysteem. De patiënt moet de beste behandeling krijgen op de meest efficiënte manier. Als we dat niet voor ogen houden, dan blijven we vasthouden aan de silo's waar we het eerder over hadden."

Verder wil de kersverse voorzitter zeer goed de vinger aan de pols van de leden houden. "We moeten ons baseren op de input van onze leden. Wat verwacht elk lid van onze organisatie en wat kunnen wij hem bieden. Weet dat lid precies wat wij hem kunnen bieden? Wat kan hij van ons verwachten? Wie van zijn medewerkers is de beste vertegenwoordiger om naar de vergaderingen te sturen? Het directiecomité moet een dynamisch en zeer goed voorbereid team zijn. Als je als directiecomité enthousiast bent, dan straal je dat uit op de Raad van Bestuur."

Notified bodies geven kopzorgen

Het is perfect voorspelbaar dat we binnenkort (tijdelijk) haast onoverkomelijke problemen krijgen bij het op de markt brengen van medische hulpmiddelen. Alles heeft te maken met de nieuwe Europese verordening betreffende medische hulpmiddelen en In-vitro diagnostica (IVD) en de impact daarvan op de accreditatie van de notified bodies die deze moeten goedkeuren. Dat zeggen Paul Soenen en Annick De Keyzer. "Het is gebleken dat die notified bodies niet dezelfde garanties boden in de kwaliteit van hun werk", verduidelijkt Annick De Keyzer. "Vandaar dat Europa heeft besloten dat het toezicht en het accreditatieproces voor de notified bodies moesten aangepast worden. Elke keuringsinstantie moet opnieuw geaccrediteerd worden. En daar loopt het nu mis. We zitten nu in een overgangsperiode en de hele procedure zou moeten rond zijn tegen mei 2020 voor de medische hulpmiddelen en mei 2022 voor de IVD. Alleen vrezen wij dat de notified bodies tegen die tijd niet klaar zullen zijn met hun eigen accreditatie en met de certificatie van de nieuwe producten en de recertificatie van de oude producten volgens de nieuwe Europese wetgeving. Zonder certificatie kunnen de producten niet meer op de markt na mei 2020/2022. We dringen er dan ook op aan dat tijdig passende maatregelen op EU-niveau worden genomen om de continuïteit van de levering van medische technologieën niet in het gedrang te brengen.

Het vuur is nog lang niet gedoofd, de goesting ook niet. Maar soms is het ook goed om een stap achteruit te zetten. "En eigenlijk heb ik nooit een echte tegenkandidaat gehad", lacht Paul Soenen breed. "Maar na 17 jaar en twee grote transformaties is het genoeg geweest." Annick De Keyzer kent het huis en is al even gedreven als Paul Soenen. De opvolging is dus verzekerd.Paul Soenen is nooit de man geweest die in de schijnwerpers wilde staan. "Ik was voorzitter en Richard trad naar buiten", verduidelijkt hij. "Zo was het goed. Ik heb alle veranderingen vooral intern geleid. De Raad van Bestuur (nvdr die dat mandaat onbezoldigd uitvoert) is door de tijd wel veranderd. We hebben profielen aangetrokken die zich werkelijk wilden inzetten voor de vereniging en die onze strategie deelden. Het is niet evident om een rode draad te vinden die de 218 leden verbindt. Want medische hulpmiddelen overspannen een heel breed spectrum."De vraag of het dan wel nuttig en werkbaar is om de belangen van alle mogelijke medische hulpmiddelen te willen verdedigen, stelt zich volgens Soenen niet. "Het is altijd zo geweest en het is ook goed. Het gaat om producten die zo oud zijn als de straat en gloednieuwe technologieën.""In het strategisch plan hebben we wel inzicht gekregen over wat onze leden van ons verwachten", vult Paul Soenen aan. Opvallend trouwens is dat het maken van een strategisch plan eigenlijk vrij recent is. Het eerste strategische plan werd pas 10 jaar geleden gemaakt. "De vraag is vooral hoe je als organisatie aan die verwachtingen kunt voldoen."Drie categorieën van verwachtingen De verwachtingen van de leden kunnen in drie grote categorieën verdeeld worden: veranderen, verbeteren en 'op de hoogte blijven van'. "Elk groep bepaalt welke as voor hem het belangrijkste is", verduidelijkt Soenen. "Het kan zijn dat een groep enkel wil weten wat er wettelijk verandert. Maar het kan ook zijn dat een groep er vooral op gericht is om een fundamentele verandering in het huidige kader te bewerkstelligen, bij voorbeeld voor de thuishospitalisatie.""Als je die verwachtingen kent, kun je prioriteiten gaan definiëren. Voorwaarde voor dit alles is dat de leden transparantie krijgen. De naamsverandering van Unamec naar beMedTech was het bijna logische gevolg van die operatie. "Niemand wist op de duur nog waar de naam Unamec vandaan kwam en voor wat het stond. Bovendien hebben we met beMedTech nu een zichtbare link met het Europese MedTech, wat ons sterker maakt."Onlangs nog liet Medaxes weten dat het zich ook openstelt voor bedrijven die medical devices maken. Paul Soenen en Annick De Keyzer zien dat niet meteen als een bedreiging. "Je moet je energie steken in die zaken die jouw eigen verhaal zijn. Onze dynamiek is anders. En vanzelfsprekend stellen er zich problemen. Het budget voor de gezondheidszorg is nu eenmaal beperkt."Probleem: de silo'sMeteen halen beiden hét grote probleem naar voor: de silo's. "Onze gezondheidszorg wordt gekenmerkt door silovorming. Elk van die silo's hebben hun eigen budgetten. Er is geen 'overloop' tussen die silo's. Maar de patiënt doorloopt al deze silo's van de gezondheidszorg en de medische hulpmiddelen hebben daarin een voortrekkersrol. In elke fase van het zorgproces van de patiënt zijn medische hulpmiddelen immers belangrijk. Het budget voor de gezondheidszorg zou in se voldoende zijn, maar omdat er geen communicatie, noch overloop tussen de silo's is, worden de beschikbare middelen niet optimaal aangewend."De oplossing ligt volgens beide gesprekspartners voor de hand: er moet tussen de verschillende silo's gecommuniceerd worden en er moet een duidelijke analyse gemaakt worden hoe een kost in het ene budget méér dan gecompenseerd kan worden door een besparing in een ander budget. "Om dat te bereiken is het nodig dat er een debat wordt gevoerd over de waarde van de gezondheidszorg voor de patiënt.""Dat is geen eenvoudige opdracht, we zijn ons daarvan bewust, maar het is niet omdat het niet eenvoudig is, dat we het niet moeten doen. De Belgische markt van de medische hulpmiddelen bedraagt op dit moment 3,5 miljard euro. De meeste van deze middelen zitten nu op een verschillende plaats in de financiering en een groot deel wordt niet direct door het RIZIV terugbetaald. Daarom moeten alle niveaus met elkaar gaan communiceren. Als iedereen - de federale overheid, de regionale overheid, de industrie, de zorgverstrekker en de patiënt - vlot met elkaar zou communiceren, dan eindigen we voor alle partijen met een win-win-situatie."Dat de organisatie ernstig wordt genomen, wordt - zeker door het Pact Medische Hulpmiddelen met minister De Block - niet meer in twijfel getrokken. "Voor het eerst werden we rechtstreeks betrokken bij besluitvorming. Dat was zeer constructief. Maar we moeten er ook uit leren. Zo hebben we nu een echte communicatieverantwoordelijke die instaat voor meer en betere communicatie naar de buitenwereld toe. Het wordt tijd dat we beter duidelijk maken wat wij betekenen voor de gezondheidszorgsector en voor de patiënt. Dat wij een deel van de oplossing zijn, en niet van het probleem. Wij hebben bovendien de middelen om een goede en soms zelfs betere gezondheidszorg te bieden met minder gezondheidswerkers. De gezondheidswerkers krijgen bovendien meer tijd en ruimte om bezig te zijn met de taken waarvoor hun expertise onontbeerlijk is." DuurzaamheidAnnick De Keyzer weet dus goed welke uitdagingen haar te wachten staan. "Ik ga het pad verderzetten, al weet ik nu ook al dat het ritme serieus omhoog zal gaan. Alles evolueert sneller, we zullen dus een tandje moeten bijsteken. De prioriteit voor mij is zeker en vast de duurzaamheid van ons gezondheidssysteem. De patiënt moet de beste behandeling krijgen op de meest efficiënte manier. Als we dat niet voor ogen houden, dan blijven we vasthouden aan de silo's waar we het eerder over hadden."Verder wil de kersverse voorzitter zeer goed de vinger aan de pols van de leden houden. "We moeten ons baseren op de input van onze leden. Wat verwacht elk lid van onze organisatie en wat kunnen wij hem bieden. Weet dat lid precies wat wij hem kunnen bieden? Wat kan hij van ons verwachten? Wie van zijn medewerkers is de beste vertegenwoordiger om naar de vergaderingen te sturen? Het directiecomité moet een dynamisch en zeer goed voorbereid team zijn. Als je als directiecomité enthousiast bent, dan straal je dat uit op de Raad van Bestuur."