Het station van Brugge, vrijdagmorgen 8 uur. Honderden mensen haasten zich uit het station, op weg naar werk of school. Even veel drummen er om binnen te komen, op een holletje om toch snel nog de trein te kunnen halen. In het midden van de stationsgang vinden we apotheker Ann Verschingel en Hilde Delameillieure van Foton terug. Foton is een van de negen erkende expertisecentra dementie in Vlaanderen. Op de tafel achter hen ligt een stapel 'geneesmiddelen'doosjes en kleine pakjes papieren zakdoekjes.

Vooral die doosjes trekken het jonge volkje aan. Ze vermoeden dat er wel iets leuks in zit. En waar de oudere mensen behoorlijk argwanend bekijken wat daar allemaal gebeurt, spreken de jongeren zonder probleem heel snel Ann en Hilde aan. Eerste opvallende vaststelling: op de vraag of ze al ooit eens gehoord hebben van dementie, is er geen van de tieners die 'neen' antwoordt. Spontaan halen ze de buurvrouw van hun ouders aan of een tante die dementeert. Of ze weten dat je door je levensstijl de evolutie van dementie kunt vertragen of zelfs uitstellen? Neen, daar hebben ze nog niet van gehoord. Een doosje met wat uitleg is dus welkom. Het mogen er zelfs twee zijn... Goed voor de ouders.

Daar waar de jongeren spontaan op de dames afstappen, hebben de ouderen een duwtje in de rug nodig. Apotheker Ann stapt dan ook op hen af en spreekt hen aan. De tweede vaststelling is alvast dat het onderwerp de mensen aanspreekt. Alleen een trein die moet gehaald worden is een reden om de Ann en Hilde af te wimpelen. "Ik vind het belangrijk dat we de mensen rechtstreeks aanspreken", zegt Ann. "Het is dan ook de kerntaak van de apotheker om de patiënten een goede begeleiding aan te bieden. Wij hebben een belangrijke rol in de samenleving, net omdat we laagdrempelig zijn. Voor sensibilisering en preventie moet je soms naar de mensen toegaan. Daarom steun ik dit initiatief ook."

Prestatiegeneeskunde

"Ik vind het bijzonder jammer dat we nog altijd in een prestatiegeneeskunde werken", zegt Ann Verschingel. "Dat is niet goed voor de volksgezondheid. En ja, er is vanuit de overheid steeds meer aandacht voor onze adviesfunctie, maar wat we van die overheid zouden moeten doen, is op het terrein haast niet uitvoerbaar. Ons huidig systeem leent er zich niet toe. Neem nu de gesprekken diabetes die we met de patiënt zouden moeten organiseren. Heel belangrijk, maar we hebben er eigenlijk geen tijd voor."

De dames staan er met twee: een apotheker en een expert dementie. "Die samenwerking is belangrijk", vindt ook Ann. "Als apotheker moet je netwerken. Als wij willen dat men ons niet vergeet, dan moeten we zichtbaar aanwezig zijn. Hier zijn we dat ook." Voor Hilde van het expertisecentrum dementie is het een win-win-situatie. "De apotheker heeft een belangrijke signaalfunctie, ook bij dementie. Hij is een vertrouwenspersoon, hij kent zijn patiënten dikwijls al jaren en hij ziet ze vaak vaker dan de eigen huisarts. Hij ziet bovendien niet alleen de patiënt, maar ook zijn mantelzorgers en die delen soms ook eens hun bezorgdheid. Als de apotheker op de hoogte is van wat er aan hulp voorhanden is, kan hij doorverwijzen. En zelfs als de patiënt de weg naar een specialist al gevonden heeft, dan is het nodig dat hij farmacologisch wordt opgevolgd. De apotheker doet dat ook."

Dé grote misvatting volgens beide dames is dat de bevolking dementie te vaak verbindt met het beeld van een oudere mens, ineengezakt in een zetel in een RVT, zich niet langer bewust van wat er rondom hem gebeurt. "Dat beeld moeten we eerst en vooral bijsturen", vindt Hilde. "Vooraleer we in dat stadium zitten, zijn er al jaren voorbij gegaan waarin er signalen waren en waarbij de patiënt ook gerust thuis nog relatief goed kan functioneren."

Een dementvriendelijke aanpak is de sleutel, de levensstijl aanpakken een hulpmiddel. Maar weet de burger dat? We spreken een dame aan die vanop de zijlijn onopvallend de activiteiten van Hilde en Ann aan het bestuderen is. "Ik weet wat dementie is", zegt ze. "Mijn zus heeft het ook gehad. Ik zal het dus ook wel krijgen, maar nu nog niet." Het vooroordeel van het erfelijke zwaard van Damocles zit er ingebakken. "En hebben ze nu echt al een vaccin", vraagt ze geïnteresseerd. We moeten haar teleurstellen, maar we vertellen haar dat de twee dames perfect weten hoe je je beter kunt wapenen tegen dementie. De vrouw is geïnteresseerd maar op Ann of Hilde toestappen is net een brug te ver. Ik geef haar mijn SaniMemorix doosje en een foldertje van Foton. Tijd om bij de dames een nieuw doosje te halen...

Wat duizend Vlamingen denken...

In augustus 2018 werd door IPSOS een enquête georganiseerd bij 1.003 Vlamingen naar hun kennis over leefstijl en dementie. Opvallend resultaat is dat slechts 34.5 procent van de respondenten beseft dat er een relatie is en dat gezonde leefstijl het risico op dementie kan verlagen. Daarentegen wordt de erfelijke factor foutief overschat. Slechts 12.7 procent van de respondenten weet dat je eigen risico op dementie niet hoger ligt als één van je ouders dementie heeft. Slechts 31.7 procent weet dat roken een belangrijke beïnvloedbare risicofactor is op het krijgen van dementie, slechts 25.7 procent weet dat over alcohol.

Slechts 8 procent legt een relatie tussen een hartziekte en de kans op dementie, terwijl er juist een hele sterke relatie ligt tussen cardiovasculaire gezondheid en cognitieve gezondheid. Wat goed is voor het hart, is goed voor het brein... Deze resultaten geven aan dat de relatie tussen gezonde leefstijl en risico op dementie een grote onbekende is in Vlaanderen. Dat is in lijn met buitenlands onderzoek, onder meer afgelopen jaar van de Universiteit van Maastricht.

Het station van Brugge, vrijdagmorgen 8 uur. Honderden mensen haasten zich uit het station, op weg naar werk of school. Even veel drummen er om binnen te komen, op een holletje om toch snel nog de trein te kunnen halen. In het midden van de stationsgang vinden we apotheker Ann Verschingel en Hilde Delameillieure van Foton terug. Foton is een van de negen erkende expertisecentra dementie in Vlaanderen. Op de tafel achter hen ligt een stapel 'geneesmiddelen'doosjes en kleine pakjes papieren zakdoekjes.Vooral die doosjes trekken het jonge volkje aan. Ze vermoeden dat er wel iets leuks in zit. En waar de oudere mensen behoorlijk argwanend bekijken wat daar allemaal gebeurt, spreken de jongeren zonder probleem heel snel Ann en Hilde aan. Eerste opvallende vaststelling: op de vraag of ze al ooit eens gehoord hebben van dementie, is er geen van de tieners die 'neen' antwoordt. Spontaan halen ze de buurvrouw van hun ouders aan of een tante die dementeert. Of ze weten dat je door je levensstijl de evolutie van dementie kunt vertragen of zelfs uitstellen? Neen, daar hebben ze nog niet van gehoord. Een doosje met wat uitleg is dus welkom. Het mogen er zelfs twee zijn... Goed voor de ouders.Daar waar de jongeren spontaan op de dames afstappen, hebben de ouderen een duwtje in de rug nodig. Apotheker Ann stapt dan ook op hen af en spreekt hen aan. De tweede vaststelling is alvast dat het onderwerp de mensen aanspreekt. Alleen een trein die moet gehaald worden is een reden om de Ann en Hilde af te wimpelen. "Ik vind het belangrijk dat we de mensen rechtstreeks aanspreken", zegt Ann. "Het is dan ook de kerntaak van de apotheker om de patiënten een goede begeleiding aan te bieden. Wij hebben een belangrijke rol in de samenleving, net omdat we laagdrempelig zijn. Voor sensibilisering en preventie moet je soms naar de mensen toegaan. Daarom steun ik dit initiatief ook.""Ik vind het bijzonder jammer dat we nog altijd in een prestatiegeneeskunde werken", zegt Ann Verschingel. "Dat is niet goed voor de volksgezondheid. En ja, er is vanuit de overheid steeds meer aandacht voor onze adviesfunctie, maar wat we van die overheid zouden moeten doen, is op het terrein haast niet uitvoerbaar. Ons huidig systeem leent er zich niet toe. Neem nu de gesprekken diabetes die we met de patiënt zouden moeten organiseren. Heel belangrijk, maar we hebben er eigenlijk geen tijd voor."De dames staan er met twee: een apotheker en een expert dementie. "Die samenwerking is belangrijk", vindt ook Ann. "Als apotheker moet je netwerken. Als wij willen dat men ons niet vergeet, dan moeten we zichtbaar aanwezig zijn. Hier zijn we dat ook." Voor Hilde van het expertisecentrum dementie is het een win-win-situatie. "De apotheker heeft een belangrijke signaalfunctie, ook bij dementie. Hij is een vertrouwenspersoon, hij kent zijn patiënten dikwijls al jaren en hij ziet ze vaak vaker dan de eigen huisarts. Hij ziet bovendien niet alleen de patiënt, maar ook zijn mantelzorgers en die delen soms ook eens hun bezorgdheid. Als de apotheker op de hoogte is van wat er aan hulp voorhanden is, kan hij doorverwijzen. En zelfs als de patiënt de weg naar een specialist al gevonden heeft, dan is het nodig dat hij farmacologisch wordt opgevolgd. De apotheker doet dat ook."Dé grote misvatting volgens beide dames is dat de bevolking dementie te vaak verbindt met het beeld van een oudere mens, ineengezakt in een zetel in een RVT, zich niet langer bewust van wat er rondom hem gebeurt. "Dat beeld moeten we eerst en vooral bijsturen", vindt Hilde. "Vooraleer we in dat stadium zitten, zijn er al jaren voorbij gegaan waarin er signalen waren en waarbij de patiënt ook gerust thuis nog relatief goed kan functioneren."Een dementvriendelijke aanpak is de sleutel, de levensstijl aanpakken een hulpmiddel. Maar weet de burger dat? We spreken een dame aan die vanop de zijlijn onopvallend de activiteiten van Hilde en Ann aan het bestuderen is. "Ik weet wat dementie is", zegt ze. "Mijn zus heeft het ook gehad. Ik zal het dus ook wel krijgen, maar nu nog niet." Het vooroordeel van het erfelijke zwaard van Damocles zit er ingebakken. "En hebben ze nu echt al een vaccin", vraagt ze geïnteresseerd. We moeten haar teleurstellen, maar we vertellen haar dat de twee dames perfect weten hoe je je beter kunt wapenen tegen dementie. De vrouw is geïnteresseerd maar op Ann of Hilde toestappen is net een brug te ver. Ik geef haar mijn SaniMemorix doosje en een foldertje van Foton. Tijd om bij de dames een nieuw doosje te halen...