...

Dat blijkt uit de thesis van farmactie - studente Sigrid Verhelst van de UGent. Sigrid onderzocht, onder promotorschap van prof. Koen Boussery, enerzijds wat de verwachtingen zijn van ouders als ze een huisarts en een apotheker bezoeken en anderzijds hoe het gesteld is met hun kennis omtrent het gebruik van paracetamol, ibuprofen en antibiotica.Onder andere via dit magazine, en ons zustermagazine 'Artsenkrant', werden apothekers en artsen bevraagd. De ouders werden benaderd via kinderdagverblijven en basisscholen. Alle ondervraagden waren Nederlandstalig.De deelnemers werden geconfronteerd met verschillende situaties. Voor de acht aandoeningen waar ibuprofen soelaas zou kunnen brengen, schatten de ouders die therapie ook juist in. Wat paracetamol betreft, bleken ouders in zeven op de acht situaties het gebruik ervan goed in te schatten. Problematisch wordt het wel als het gaat om het gebruik van antibiotica bij een oorontsteking. Maar liefst meer dan zes op de tien ouders verwachten daarvoor een voorschriftje voor antibiotica. Bij een keelontsteking denkt nog meer dan de helft van de ouders dat anti-biotica kan helpen. Voor bronchiolitis is dat nog altijd 36 procent.Opvallend bij de bevraging is trouwens ook dat huisartsen het voorschrijven van geneesmiddelen niet zo belangrijk vinden. Net zoals huisartsen én apothekers kennelijk in de praktijk aandacht besteden aan informatie aan ouders omtrent bijwerkingen en het stopen van een behandeling.Waar ouders en zorgverstrekkers wel dezelfde lijn treken, is hun verwachting van een consultatie of de aflevering van geneesmiddelen.Wat verwacht een ouder als hij met zijn zieke kind naar de huisarts gaat en naar de apotheker? Sigrid Verhelst vroeg het aan de 224 ouders, waarvan de helft twee kinderen heeft. Wel opvallend: haast een op de vier respondenten werkt in de gezondheids - sector... We zouden dus enige minimale voorkennis kunnen verwachten.Als we kijken naar wat ouders van een apotheker verwachten, dan is dat in de eerste plaats een aanspreekpunt en een luisterend oor. Maar liefst 92 procent van de ouders verwacht dat de apotheker bijkomende vragen stelt om de situatie beter in te kunnen schatten. Op de tweede plaats komt een - voudig en duidelijk taalgebruik (89%) en op de derde plaats wil de ouder niet het gevoel krijgen dat de apotheker gehaast is en wil hij gerustgesteld wordt en antwoord krijgt op zijn vragen (86%). Minst belangrijk lijkt wel of de apotheker al dan niet een geneesmiddel voorstelt.Bij de verwachtingen naar de huisartsen toe, staat op nummer 1 het krijgen van een diagnose (92%). Een lichamelijk onderzoek staat op nummer 2 en geruststelling en antwoord geven op de vragen staat volgt onmiddellijk daarna (91%). Minste belangrijk is een geneesmiddelenvoorschrift.Als het gaat om informatie en wat soort informatie, dan vinden ouders vooral dat ze antwoorden op hun vragen rond een diagnose van de huisarts moeten krijgen (86%) en slechts 13 procent vindt dat ook de apotheker meer uitleg daarover moet geven. Zowel artsen als apothekers moeten volgens de ouders informatie geven over hoeveel en hoe vaak ze het geneesmiddel moeten toedienen. Als het gaat om de toedieningswijze, kijken de ouders vooral vragend naar de apotheker. Ouders verwachten niet echt dat ze ook schriftelijke informatie meekrijgen. Opvallend is wel dat ouders wel degelijk verwachten te horen wat ze moeten doen als de symptomen erger zouden worden. Wat de ouders verwachten en wat de gezondheidswerkers menen te moeten doen, komt vrij goed overeen.De ouders werden daarna bevraagd over hun kennis van paracetamol, ibuprofen en antibiotica. Een groot deel van het evidence based gebruik van deze middelen hebben de ouders wel onder de knie. Volgens de studente is hun kennis over antibiotica redelijk goed, al blijken een aantal hardnekkige ideeën over het gebruik van antibiotica kennelijk moeilijk corrigeerbaar. Antibiotica en een behandeling voor een virale infectie blijken nog altijd bij sommige ouders onlosmakelijk met elkaar verbonden.