Om te beginnen stelt de Orde dat er een onderscheid dient gemaakt te worden tussen het beheer van de officina-apotheek en het bezit ervan. "Een apotheek moet onder de verantwoordelijkheid staan van een apotheker-titularis die de eindverantwoordelijkheid draagt en aansprakelijk is voor de kwaliteit van de geneesmiddelen en andere gezondheidsproducten die in de apotheek worden afgeleverd. De eigendom van een officina is echter niet voorbehouden aan een apotheker; een arts mag er eigenaar van zijn, persoonlijk of onrechtstreeks door het bezit van aandelen van een rechtspersoon die er de eigenaar van is."

Collusie

Daarnaast benadrukt de Orde dat alleen apothekers en apotheekassistenten mogen praktiseren in de apotheek. Bij deze beroepskwalificatievereiste komt nog een specifieke onverenigbaarheid voor de artsen. "We wet verbiedt de gelijktijdige uitoefening van de geneeskunde en van de artsenijbereidkunde, zelfs aan de houders van de diploma's die het recht verlenen elk van deze beroepen uit te oefenen."

Ten slotte bepaalt de Orde dat de arts, eigenaar-vergunninghouder van een officina, de autonomie van de apotheker-titularis dient te respecteren en geen handeling noch beperking op mag leggen die de naleving van de hem opgelegde wettelijke en deontologische vereisten verhindert. De arts dient, van zijn kant, zijn beroepsonafhankelijkheid te vrijwaren en erop toe te zien dat er ook geen schijn van afhankelijkheid of collusie is.

Om te beginnen stelt de Orde dat er een onderscheid dient gemaakt te worden tussen het beheer van de officina-apotheek en het bezit ervan. "Een apotheek moet onder de verantwoordelijkheid staan van een apotheker-titularis die de eindverantwoordelijkheid draagt en aansprakelijk is voor de kwaliteit van de geneesmiddelen en andere gezondheidsproducten die in de apotheek worden afgeleverd. De eigendom van een officina is echter niet voorbehouden aan een apotheker; een arts mag er eigenaar van zijn, persoonlijk of onrechtstreeks door het bezit van aandelen van een rechtspersoon die er de eigenaar van is."CollusieDaarnaast benadrukt de Orde dat alleen apothekers en apotheekassistenten mogen praktiseren in de apotheek. Bij deze beroepskwalificatievereiste komt nog een specifieke onverenigbaarheid voor de artsen. "We wet verbiedt de gelijktijdige uitoefening van de geneeskunde en van de artsenijbereidkunde, zelfs aan de houders van de diploma's die het recht verlenen elk van deze beroepen uit te oefenen."Ten slotte bepaalt de Orde dat de arts, eigenaar-vergunninghouder van een officina, de autonomie van de apotheker-titularis dient te respecteren en geen handeling noch beperking op mag leggen die de naleving van de hem opgelegde wettelijke en deontologische vereisten verhindert. De arts dient, van zijn kant, zijn beroepsonafhankelijkheid te vrijwaren en erop toe te zien dat er ook geen schijn van afhankelijkheid of collusie is.