Op het einde van hun leven slikken bewoners van woonzorgcentra tot achttien pillen per dag. Dat blijkt uit een doctoraatsstudie aan de onderzoeksgroep End-of-Life Care (VUB-Ugent) en het Heymans Instituut voor Farmacologie (Ugent), waarover de krant De Morgen vorige week berichtte.

Tot achttien pillen per dag. Probeer het je eens voor te stellen. Wie een normale nachtrust heeft moet gemiddeld meer dan één pil per uur slikken om het hele pakket naar binnen te werken. Wat het nieuws nog meer verontrustend maakt, sommige pillen worden voorgeschreven om de bijwerkingen van andere pillen te onderdrukken. Zo beland je snel in een straatje zonder einde. Ik stel mij ernstig de vraag wie van deze bewoners hier echt mee gebaat is.

De cijfers zijn jammer genoeg geen verrassing. Een CM-studie verleden jaar toonde aan dat bijna veertig procent van de bewoners van woonzorgcentra antidepressiva neemt. Voor antipsychotica is dat net geen twintig procent. Voor beide geneesmiddelen ligt de groep gebruikers een stuk hoger dan bij ouderen met een gelijkaardig zorgprofiel die nog thuis wonen.

Voor een goed begrip, voor dokters is het niet altijd evident om te bepalen welke geneesmiddelen echt noodzakelijk zijn. Bovendien is het soms moeilijk om bewoners te overtuigen te stoppen met bepaalde medicatie. En het ene woonzorgcentrum is ook het andere niet. Door in te zetten op intens overleg tussen behandelende artsen, personeel, bewoners en hun familie zijn sommige woonzorgcentra er al in geslaagd om het geneesmiddelengebruik terug te dringen.

Een mooie oude dag bereik je niet met een pilletje

Maar de cijfers tonen aan dat er nog veel werk aan de winkel is. Nog altijd wordt er veel te snel naar medicatie gegrepen. Duikt er een gezondheidsprobleem op, dan zal er wel een pilletje tegen bestaan. Maar niet elk probleem los je op met een pilletje. Meer zelfs, sommige geneesmiddelen veroorzaken weer andere kwalen, met alle gevolgen van dien.

Veel meer dan elke kwaal nog hardnekkig te willen behandelen, zou de focus op het einde van het leven moeten verschuiven naar kwaliteit van leven. Kleine en grote gezondheidskwalen zijn inherent aan ouderdom. Dat beseffen bewoners van woonzorgcentra maar al te goed. De laatste jaren van hun leven, willen zij vooral gelukkig zijn. En een mooie oude dag bereik je niet met een pilletje.

Kwaliteitsvolle en waardegedreven gezondheidszorg draait om meer dan alleen medicatie. Luisteren, tijd maken voor bewoners, oprechte bezorgdheid en ongedwongen omgang kunnen wonderen doen. Als samenleving is het onze plicht om te investeren in ouderenzorg en onze zorgorganisatie zo in te richten dat bewoners zich thuis voelen en gewaardeerd weten. Medicatie zal altijd nodig blijven, maar we moeten ze op zijn minst kritisch in vraag durven te stellen.

Luisteren, tijd maken voor bewoners, oprechte bezorgdheid en ongedwongen omgang kunnen wonderen doen

Patiënten en hun familieleden moeten goed geïnformeerd zijn over wat medicatie kan bijbrengen. Zal dat pilletje genezen? Gaat het enkel de symptomen onderdrukken? Vermindert het het risico op een mogelijke aandoening? Zijn er bijwerkingen? Een periodieke evaluatie van de geneesmiddelentherapie met zorgverstrekkers, patiënten en/of hun familie is noodzakelijk. Zo zit de patiënt mee aan het stuur en kan hij zelf aangeven wat voor hem echt belangrijk is.

Op het einde van hun leven slikken bewoners van woonzorgcentra tot achttien pillen per dag. Dat blijkt uit een doctoraatsstudie aan de onderzoeksgroep End-of-Life Care (VUB-Ugent) en het Heymans Instituut voor Farmacologie (Ugent), waarover de krant De Morgen vorige week berichtte. Tot achttien pillen per dag. Probeer het je eens voor te stellen. Wie een normale nachtrust heeft moet gemiddeld meer dan één pil per uur slikken om het hele pakket naar binnen te werken. Wat het nieuws nog meer verontrustend maakt, sommige pillen worden voorgeschreven om de bijwerkingen van andere pillen te onderdrukken. Zo beland je snel in een straatje zonder einde. Ik stel mij ernstig de vraag wie van deze bewoners hier echt mee gebaat is.De cijfers zijn jammer genoeg geen verrassing. Een CM-studie verleden jaar toonde aan dat bijna veertig procent van de bewoners van woonzorgcentra antidepressiva neemt. Voor antipsychotica is dat net geen twintig procent. Voor beide geneesmiddelen ligt de groep gebruikers een stuk hoger dan bij ouderen met een gelijkaardig zorgprofiel die nog thuis wonen. Voor een goed begrip, voor dokters is het niet altijd evident om te bepalen welke geneesmiddelen echt noodzakelijk zijn. Bovendien is het soms moeilijk om bewoners te overtuigen te stoppen met bepaalde medicatie. En het ene woonzorgcentrum is ook het andere niet. Door in te zetten op intens overleg tussen behandelende artsen, personeel, bewoners en hun familie zijn sommige woonzorgcentra er al in geslaagd om het geneesmiddelengebruik terug te dringen.Maar de cijfers tonen aan dat er nog veel werk aan de winkel is. Nog altijd wordt er veel te snel naar medicatie gegrepen. Duikt er een gezondheidsprobleem op, dan zal er wel een pilletje tegen bestaan. Maar niet elk probleem los je op met een pilletje. Meer zelfs, sommige geneesmiddelen veroorzaken weer andere kwalen, met alle gevolgen van dien. Veel meer dan elke kwaal nog hardnekkig te willen behandelen, zou de focus op het einde van het leven moeten verschuiven naar kwaliteit van leven. Kleine en grote gezondheidskwalen zijn inherent aan ouderdom. Dat beseffen bewoners van woonzorgcentra maar al te goed. De laatste jaren van hun leven, willen zij vooral gelukkig zijn. En een mooie oude dag bereik je niet met een pilletje.Kwaliteitsvolle en waardegedreven gezondheidszorg draait om meer dan alleen medicatie. Luisteren, tijd maken voor bewoners, oprechte bezorgdheid en ongedwongen omgang kunnen wonderen doen. Als samenleving is het onze plicht om te investeren in ouderenzorg en onze zorgorganisatie zo in te richten dat bewoners zich thuis voelen en gewaardeerd weten. Medicatie zal altijd nodig blijven, maar we moeten ze op zijn minst kritisch in vraag durven te stellen.Patiënten en hun familieleden moeten goed geïnformeerd zijn over wat medicatie kan bijbrengen. Zal dat pilletje genezen? Gaat het enkel de symptomen onderdrukken? Vermindert het het risico op een mogelijke aandoening? Zijn er bijwerkingen? Een periodieke evaluatie van de geneesmiddelentherapie met zorgverstrekkers, patiënten en/of hun familie is noodzakelijk. Zo zit de patiënt mee aan het stuur en kan hij zelf aangeven wat voor hem echt belangrijk is.